Abstract

De introductie van marktwerking in sectoren waarin maatschappelijk bezien essentiële diensten worden geleverd (semipublieke sectoren), heeft geleid tot de invoering van twee aanvullende instrumenten om adequaat toezicht op marktwerking te garanderen. De reden daarvoor is dat de mededingingsbevoegdheden uit de Mededingingswet (Mw) niet altijd toereikend zijn om zeker te stellen dat marktwerking in deze sectoren ook daadwerkelijk het algemeen belang dient. Met het oog op een adequate bescherming van het mededingingsbelang is daarom in sommige sectoren de bevoegdheid ingevoerd om ondernemingen die over ‘aanmerkelijke marktmacht’ (AMM) beschikken ex ante bepaalde verplichtingen op te leggen. Dit instrument is al ingevoerd in de telecom- en zorgsector, en is voorgesteld voor de postsector. Met het oog op een adequate bescherming van andere, niet-mededingingsbelangen is in andere sectoren aanvullend fusietoezicht ingevoerd. Dit is gebeurd in de financiële sector, de drinkwater- en onderwijssector, en staat op stapel voor de zorg- en volkshuisvestingsector. Aanvullend toezicht op marktwerking dient echter zorgvuldig te worden afgebakend ten opzichte van het algemene mededingingstoezicht. In geval van het AMM-instrument, dat een uitgebreide versie betreft van het verbod op misbruik van economische machtspositie (EMP), neergelegd in artikel 24 Mw, moet worden voorkomen dat twee keer wordt opgetreden tegen dezelfde gedraging. In geval van sectorspecifiek fusietoezicht moeten twee dingen worden voorkomen. Ten eerste moet worden voorkomen dat het aanvullende fusietoezicht overlapt met het algemene fusietoezicht uit hoofdstuk 5 Mw. Ten tweede moet worden voorkomen dat het aanvullende fusietoezicht de nuttige werking van het algemene fusietoezicht ondermijnt.

hdl.handle.net/1765/50663
RegelMaat. Kwartaalblad voor Wetgevingsvraagstukken
Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM)

Loozen, E. (2013). Inrichting van meervoudig toezicht op marktwerking. RegelMaat. Kwartaalblad voor Wetgevingsvraagstukken, 2(28), 105–120. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/50663