Een taxichauffeur neemt op een nachtelijke rit dezelfde route die hij de dag ervoor zonder problemen ook al had gebruikt, maar in het duister komt hij met zijn taxi in een stuk (intussen?) uitgefreesd wegdek terecht. De schade aan de ruim tien jaar oude taxi bedraagt ruim hfl. 8.000 (ongeveer eur 3600) en de werkgever is kennelijk niet cascoverzekerd tegen deze schade. Ik maak mij sterk dat de chauffeur in dit geval ook geen aansprakelijkheidsverzekering had, want dergelijke voorvallen plegen niet onder WAMpolis of AVP te worden gedekt. Het gaat hier dus waarschijnlijk om een zuivere aansprakelijkheidscasus zonder verzekeringsperikelen, en dan komt de beschermingsidee van artikel 7:661 BW duidelijk naar voren. Die idee is simpel gezegd dat de werknemer als sociaal-economisch zwakkere behoudens opzet of bewuste roekeloosheid niet de lasten van zijn onzorgvuldige taakuitoefening behoort te dragen, mede gezien het ervaringsfeit dat waar (met routine) gewerkt wordt, ook fouten worden gemaakt. Het is integendeel de werkgever die de lusten én lasten van de opgedragen werkzaamheden draagt.

, ,
hdl.handle.net/1765/7512
Jurisprudentie Aansprakelijkheid
Private Law

van Boom, W. (2006). Annotatie bij HR 14 oktober 2005, C04/200HR , NJ 2005, 539 (City Tax BV / De Boer). Jurisprudentie Aansprakelijkheid, 1–5. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/7512