In de hermeneutiek wordt wel onderscheid gemaakt tussen de reconstructieve (Schleiermacher en Dilthey), constructieve (Gadamer) en deconstructieve (Derrida) hermeneutiek. Of de laatste tot de hermeneutiek kan worden gerekend, wordt wel betwijfeld. Het verbinden van de begrippen ‘spel’ en ‘interpretatie’, aan de hand van ‘speldenkers’ als Huizinga, Caillois en Gadamer, kan de overeenkomsten en verschillen van de genoemde drie vormen van hermeneutiek verhelderen. Dit perspectief zorgt tevens voor een kader waarin ook de deconstructieve hermeneutiek als deel van het ‘verstaansspel’ kan worden aangemerkt, waarin elke hermeneuticus speelt volgens (en soms met de) eigen regels.