Abstract

Al jaren wordt nagedacht over de vraag in hoeverre zorginstellingen zelf in staat zijn om te waarborgen dat zij verantwoorde zorg leveren (lees: veilige en kwalitatief goede zorg). Er is wetgeving die voorschrijft dat zorginstellingen alleen kunnen worden toegelaten als zij een aantal organisatorische zaken op orde hebben.1 In 1996 is in de Kwaliteitswet geregeld dat zorginstellingen zelf de kwaliteit van de zorg systematisch moeten bewaken, beheersen en verbeteren. Bestuurders en raden van toezicht zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg in hun instelling, waarbij zij zorgdragen voor passende procedures en cultuur. De veronderstelling is dat als zorginstellingen deze verantwoordelijkheid opnemen en daadwerkelijk waarmaken, het publieke toezicht op de naleving beperkt kan worden tot toezicht op (de werking van) het zelf opgezette ‘systeem’ om kwaliteit en veiligheid te borgen en risico’s te beheersen. Deze manier van inspecteren wordt in Nederland systeemtoezicht (ST) genoemd. De vragen die we in dit artikel willen beantwoorden zijn waarom en hoe ST aan de toezichtmethoden van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) toegevoegd zou kunnen worden.

, ,
hdl.handle.net/1765/76980
Tijdschrift voor Toezicht
Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM)

Stoopendaal, A., de Bree, M., Keuter, F., & Robben, P. (2014). Systeemtoezicht in de Nederlandse gezondheidszorg. Een experimentele innovatie van toezicht. Tijdschrift voor Toezicht, 5(2), 27–46. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/76980