Abstract

In de periode 2008 tot en met maart 2010 heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) voor het eerst uitgebreid onderzoek gedaan naar de vraag hoe verklaard kan worden dat sommige uitgeprocedeerde asielmigranten met hulp van de Nederlandse overheid besluiten om zelfstandig terug te keren, ter-wijl anderen er de voorkeur aan geven om illegaal in Nederland te blijven of even-tueel door te migreren naar een ander land.1 De Directie Migratiebeleid (DMB) heeft het WODC verzocht een vervolgstudie te verrichten naar zelfstandige terugkeer. Dit rapport vormt de neerslag van deze vervolgstudie. Er is in de volgende opzichten voortgebouwd op het eerdere terugkeeronderzoek. Ten eerste is er in dit onderzoek gekeken naar feitelijk terugkeergedrag (geregis-treerde terugkeer via IOM) in plaats van naar terugkeerintenties en -attitudes, die in de eerdere studie centraal stonden. Ten tweede wordt terugkeer nu in verband gebracht met onafhankelijke gegevens over maatschappelijke omstandigheden in herkomstlanden. Ten derde wordt ditmaal uitgebreider gekeken naar de mogelijke invloed van terugkeerprogramma’s op zelfstandige terugkeer. Ten vierde is er nu ook onderzoek gedaan naar de vraag of de kans op terugkeer afhangt van demo-grafische kenmerken van afgewezen asielzoekers (zoals geslacht, leeftijd en gezins-samenstelling) en de tijd die de IND nodig heeft om een asielaanvraag te beoorde-len (procedureduur in eerste aanleg). De centrale vraag van het onderzoek luidt: In hoeverre stimuleren beleidsinstrumenten op het gebied van terugkeer de zelf-standige terugkeer via IOM wanneer wordt gecontroleerd voor relevante individuele kenmerken en sociaaleconomische en politieke omstandigheden in het land van herkomst?

,
Ministerie van Veiligheid en Justitie
hdl.handle.net/1765/77321
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Leerkes, A., Boersema, E., van Os, R. M. V., Galloway, A. M., & van Londen, M. (2014). Afgewezen en uit Nederland vertrokken? Een onderzoek naar de achtergronden van variatie in zelfstandige terugkeer onder uitgeprocedeerde asielzoekers. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/77321