Abstract

Recent heeft de Hoge Raad het arrest Esmilo/Mediq gewezen, waarin de vraag speelt wanneer een overeenkomst die een verboden strekking heeft of verplicht tot een bij wet verboden prestatie op grond van art. 3:40 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) nietig is.1 Dit arrest staat in deze bijdrage centraal. De stand van zaken vóór dit arrest bespreken wij in paragraaf 2. In paragraaf 3 geven wij de kern weer van Esmilo/Mediq. Vervolgens zal in paragraaf 4 het arrest nader worden besproken. Eerst zullen wij kort ingaan op art. 3:40 BW.

,
hdl.handle.net/1765/77351
Maandblad voor Vermogensrecht
Erasmus School of Law

Hebly, M., & de Hoogh, A. (2013). Esmilo/Mediq: toetsingskader voor
nietigheid ex art. 3:40 lid 1 BW. Maandblad voor Vermogensrecht, 2, 60–64. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/77351