Abstract

Deze bijdrage bevat een beschouwing naar aanleiding van het arrest Vano/Foreburghstaete. In dit arrest laat de Hoge Raad zich uit over de vraag of naast een geslaagd beroep op dwaling (met vernietiging van een koopovereenkomst als gevolg) ook nog plaats is voor schadevergoeding op grond van aansprakelijkheid wegens tekortkomingen in de overeengekomen garanties. Eerst zullen kort de casus en het procesverloop worden weergegeven (par. 2). Vervolgens wordt een beschouwing gegeven over de samenloop van dwaling en tekortkoming (par. 3). Daarbij wordt ingegaan op de beslissing van de Hoge Raad in Vano/Foreburghstaete, de (on)mogelijkheid van schadevergoeding naast een beroep op dwaling en de vraag of voor het geval van de garantieverbintenis een bijzondere ‘samenloopregel’ op zijn plek is. Deze bijdrage wordt besloten met een waardering van het onderhavige arrest (par. 4).