Juristen hebben in de Verenigde Staten een slechte naam. Toen ik in Princeton aan iemand vertelde dat ik onderzoek doe naar recht en ethiek, was de reactie: "Het zal moeilijk worden om daar enige ethiek te vinden." Volgens veel burgers in Arnerika hebben juristen (daarbij denkt men vooral aan advocaten en bedrijfsjuristen) helemaal geen ethisch besef. Het zijn nietsontziende geldwolven, die zich zonder scrupules uitleveren aan hun cliënten zolang die maar goed betalen. Nu is dit beeld sterk beïnvloed door selectieve media-aandacht en door misdaadseries waarin advocaten proberen criminelen met trucjes vrij te pleiten. De praktijk is gelukkig genuanceerder. Maar ook binnen de wereld van de juristen leeft veel kritiek en onbehagen, vooral rand de te commerciele orientatie van modeme advocaten. De titel van Anthony Kronmans boek The lost lawyer: Failing ideals of the legal profession is wat dit betreft veelzeggend. De advocaat heeft zijn richtingsbesef (en zichzelf) verloren. lnteressant is ook de diagnose die uit de ondertitel blijkt: dat heeft iets te maken met tekortschietende idealen (Kronman, 1993). Mary Ann Glendon stelt eveneens dat de crisis in de juridische professies het gevolg is van veranderende idealen (Glendon, 1994).

hdl.handle.net/1765/77436
Erasmus School of Law

van der Burg, W. (2007). Juridische professies en de instrumentalisering van het recht. In Werkzame idealen. Ethische reflecties op professionaliteit (pp. 114–125). Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/77436