2015-07-02
Biochemical markers in the surgical intensive care
Publication
Publication
Identifying critically ill surgical patients with complications
Biochemische markers op de chirurgische intensive care : identificeren van kritiek zieke chirurgische patiënten met complicaties
Abstract
Introductie Patiënten die postoperatief op de intensive care (IC) worden opgenomen hebben een hogere kans op het ontwikkelen van complicaties. Het is belangrijk om deze complicaties vroegtijdig te kunnen identificeren bij de kritiek zieke chirurgische patiënten op de IC om tijdig adequate therapie te kunnen starten. Hierom bestudeerden wij de klinische voorspellende waarde van dagelijks gebruikte biomarkers C-reactief proteïne CRP), lactaat, procalcitonine (PCT) en de Sequential Organ Failure Assessment score (SOAF) bij het aantonen van chirurgische complicaties bij de algemene postoperatieve patiënt tijdens de IC-opname.
Resultaten Er wordt geen significante correlatie tussen stijging van CRP en interventies gevonden. Dit bevestigd het vermoeden dat artsen vaak getriggerd worden door deze markers om interventies te verrichten bij de kritiek zieke postoperatieve patiënten. Toch wordt er geen relatie gevonden tussen stijging in CRP-concentraties en chirurgische complicaties. Wanneer gekeken wordt naar het gebruik van lactaat als voorspeller van complicaties, dan vinden we dat dit marker ook geen geschikt prognostisch instrument is voor chirurgische complicaties op de IC. Een relatief nieuwere maker is procalcitonine. Ondanks resultaten in eerder studies welke een positieve correlatie tussen PCT-stijging en complicaties toonden, konden we dit niet reproduceren in onze groep algemeen chirurgische patiënten op de IC. In deze studie konden we de conclusie trekken dat PCT geen geschikte marker is om chirurgische complicaties in een heterogene kritiek zieke postoperatieve groep patiënten op de IC te identificeren. Indien we alle parameters in een regressie model combineren, dan bevestigt het model de eerdere bevindingen waarbij geen enkel parameter afzonderlijk adequaat blijkt te zijn om die kritiek zieke patiënt met verhoogd kans op complicaties te identificeren. Het model benadrukt dat zelfs bij een combinatie van parameters er geen betere voorspellende waardes voor chirurgische complicaties kan worden bereikt bij het gebruik van de huidige biomarkers.
Conclusie Tot heden worden artsen duidelijk getriggerd door parameters zoals C-reactief proteïne, lactaat, procalcitonine en het klinische scoringssysteem Sequential Organ Failure Assessment Score. Echter, deze markers zijn niet geschikt als prognostische testen voor de vroegtijdige identificatie van chirurgische complicaties in kritiek zieke chirurgische patiënten tijdens de intensive care opname.
Additional Metadata | |
---|---|
, , , , , , | |
J.N.M. IJzermans (Jan) | |
Erasmus University Rotterdam | |
hdl.handle.net/1765/78340 | |
Organisation | Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam |
Meyer, Z. (2015, July 2). Biochemical markers in the surgical intensive care. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/78340 |