Privaatrechtelijke handhaving van mededingingsrecht is in zwang, zeker sinds het Hof van Justitie van de Europese Unie in 2000 oordeelde dat eenieder schadevergoeding moet kunnen vorderen bij een mededingingsrechtelijke inbreuk.1 Uiteenlopende obstakels lijken echter een daadwerkelijke bescherming van de rechten van benadeelden van dergelijke inbreuken in de weg te staan. Een mogelijk effectief verhaalsmechanisme is de overdracht van een vordering tot schadevergoeding door individuele benadeelden aan een derde, die de vorderingen bundelt en deze vervolgens in eigen naam tracht te innen.2 Het is echter de vraag of een derde daartoe mag worden toegelaten, en zo ja, onder welke voorwaarden. Het Landgericht (rechtbank in eerste aanleg) Düsseldorf oordeelde in december 2013 dat de cessies tussen benadeelden van een cementkartel en een commercieel opererende derde in strijd waren met de goede zeden.3 De rechter oordeelde de cessies nietig, omdat het proceskostenrisico hierdoor op een ongerechtvaardigde wijze werd verschoven van de individuele benadeelden naar een derde die dit risico niet of onvoldoende kon dragen.

hdl.handle.net/1765/79331
Maandblad voor Vermogensrecht
Erasmus School of Law

Tillema, I. (2014). Cessie als instrument ter afwikkeling van massaschadezaken: in strijd met de openbare orde en goede zeden?. Maandblad voor Vermogensrecht, 24(12), 333–338. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/79331