Door toepassing van het koppelingsbeginsel zijn vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf uitgesloten van de toekenning van toeslagen. Het koppelingsbeginsel is ook van toepassing (art. 9, lid 3, Awir) op de aanvrager als deze een medebewoner heeft die geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft. Van de huisgenoot van aanvrager is per 1 september 2012 het rechtmatig verblijf geƫindigd en om die reden zijn de huurtoeslag, het kindgebonden budget en de zorgtoeslag van de aanvrager herzien. Door die intrekking zijn de belangen van aanvrager, zijn huisgenoot en hun gezamenlijk in Nederland geboren kind ernstig in het gedrang gekomen. Dat brengt de afdeling tot de conclusie dat in dit geval sprake is van zodanige bijzondere omstandigheden dat Belastingdienst/Toeslagen met de stopzetting van de toeslagen een onevenredig middel heeft ingezet voor het door de wetgever met het koppelingsbeginsel beoogde doel: het voorkomen dat de niet rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdeling zou kunnen meeprofiteren van de tegemoetkomingen die zijn toegekend. Dit brengt de afdeling tot de conclusie dat, gelet op hetgeen in art. 94 GW is bepaald, art. 9, lid 2 en 3, Awir buiten toepassing moeten blijven. De afdeling herroept het herzieningsbesluit.

hdl.handle.net/1765/79714
Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht
Erasmus School of Law

Neve, L. (2014). Stopzetting toeslagen is disproportioneel; koppelingsbeginsel in bijzondere omstandigheden strijdig met verdragen. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2014(2685). Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/79714