Kinderen die al op jonge leeftijd in staat zijn om hun gedrag en hun emoties te controleren en te sturen, vertonen minder vaak gedragsproblemen en functioneren op latere leeftijd beter in sociale situaties en op school. In dit artikel wordt enerzijds beschreven hoe ouders de ontwikkeling van zelfregulatie bij hun kinderen kunnen beïnvloeden, via de kwaliteit van de relatie met hun kind en via specifiek opvoedgedrag. Anderzijds wordt het complexe samenspel tussen biologische processen en de opvoedingsomgeving in de ontwikkeling van zelfregulatie bij jonge kinderen belicht. De kwaliteit van de ouder-kindrelatie en de mate van sensitiviteit en positieve disciplinering blijken gerelateerd te zijn aan de mate waarin peuters en kleuters hun emoties, gedrag en denken kunnen reguleren. Deze relaties tussen opvoeding en zelfregulatie blijken echter deels afhankelijk van de hersenontwikkeling en genetische bagage van de kinderen. De mogelijke manieren waarop opvoeding de ontwikkeling van zelfregulatie kan beïnvloeden worden besproken en relevante interventies worden belicht.