Jarenlang kent Nederland een cultuur van het eerder dan de pensioengerechtigde datum uittreden van de oudere werknemer, via ‘wegvutten' en andere opvangregelingen. Wat gebeurt er, nu is vastgesteld dat vele oudedagsvoorzieningen onbetaalbaar zijn geworden en er zich bovendien een krapte op de arbeidsmarkt manifesteert? Gaan de 55-plussers weer aan het werk? Zo ja, dan liggen er unieke kansen om eindelijk eens gestalte te heven aan een volwassen en realistisch loopbaanbeleid voor een categorie mensen waarvoor eigenlijk nauwelijks beleid bestond, aangezien zij voor het merendeel reeds waren weggevut en het voor het schamele restantje 'uitslovers' dus niet de moeite waard was. Ideeën worden aangedragen in welke domeinen de ouder wordende werknemer mogelijkerwijs vooral zinvol voor de organisatie kan worden ingezet.