In deze bijdrage verkennen de auteurs de betekenis van tijdsverloop bij de begroting van schade. Schade kan in de tijd bezien als een bewegend verschijnsel worden gezien: de nadelige gevolgen van een gebeurtenis ontvouwen zich immers met het verstrijken van de tijd, waardoor het feitelijke schadebeeld kan veranderen. De schadebegroting lijkt niet goed mogelijk zonder een ‘ijkpunt’ in de tijd, waardoor het resultaat in zekere zin telkens als een momentopname kan worden gezien. Welk tijdsmoment voor de schadevaststelling het beslissende is, kan op verschillende manieren worden bepaald. De auteurs hanteren het onderscheid tussen ex ante en ex post benaderingen van schadevaststelling, maken daarmee een rondgang langs diverse schadevergoedingsrechtelijke figuren en laten zo zien hoe het verstrijken van tijd van invloed is op het schade(vergoedings)debat en welke (rechts)vragen op dit vlak spelen.