Van alle mensen in ongeveer 90% rechtshandig en 10% linkshandig. Hoe kan deze assymetrische verdeling worden verklaard? Bij dieren komt zo'n sterke laterale voorkeur, over de hele soort gezien, niet voor. Hoewel individuele exemplaren vaak een consistente voorkeur vertonen om bepaalde activeiteiten met de ene poot uit te voeren, ontbreekt bij de meeste diersoorten een duidelijke populatievoorkeur. Wel zijn er aanwijzigen dat de motorische assysmetrieen zich op de gehele evolutieladder voordoen - van draaivoorkeuren in sommige vissen tot handvoorkeuren bij apensoorten (zie Rogers 2000). De gerapporteerde populatievoorkeuren zijn statistisch significant, maar zwakker bij de mens: namelijk 60% tot 70%.

, ,
hdl.handle.net/1765/957
Neuropraxis
Department of Psychology

van Strien, J. (2001). Handvoorkeur en taaldominantie. Neuropraxis, (2), 10–15. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/957