In juni 2016 is het wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) door de minister van Veiligheid en Justitie aangeboden aan de Tweede Kamer. Met deze wet wordt een aantal regels die al gelden voor de nv en de bv verplaatst naar de algemene titel van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Door de bedoelde regels op te nemen in het algemene gedeelte gelden zij ook voor de vereniging, de coöperatie, de onderlinge waarborgmaatschappij (OWM) en de stichting. Voor de gezondheidszorg kan deze wet belangrijke gevolgen hebben omdat organisaties in deze sector juist van deze rechtsvormen gebruik maken. De stichting is nog steeds de meest voorkomende rechtsvorm voor zorginstellingen. (Patiënten) verenigingen behartigen de belangen van hun leden. Zorgverzekeraars kunnen, naast de nv, de rechtsvorm van een OWM hebben.

De centrale vragen zijn:
1 Wat betekent de WBTR voor zorginstellingen, patiëntenverenigingen en zorgverzekeraars?
2 Zijn deze gevolgen wenselijk?
3 Is aanpassing van sectorale regelgeving nodig of gewenst?

doi.org/10.5553/OenF/157012472017025001003, hdl.handle.net/1765/99120
Onderneming en Financiering
Erasmus School of Law

Van zorginstellingen, zorgverzekeraars en patiëntenverenigingen en het wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen. (2017). Van zorginstellingen, zorgverzekeraars en patiëntenverenigingen en het wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen. Onderneming en Financiering, 25(1), 16–34. doi:10.5553/OenF/157012472017025001003