Het proefschrift is bedoeld als bijdrage aan de ontwikkeling van nieuw Nederlands personenvennootschapsrecht. Er worden aanbevelingen gedaan voor de typen personenvennootschap die kunnen worden voorzien en voor de belangrijkste eigenschappen van elk type. Het proefschrift bevat ook voorstellen voor de regels die structuurwijziging faciliteren, waaronder omzetting van de ene rechtsvorm in een andere, juridische fusie en juridische splitsing.

Het onderzoek is verricht vanuit een drietal sleutels die in het boek uitgebreid aan de orde komen: het algemene vermogensrecht, het bestaande Nederlandse personenvennootschapsrecht (waarbij ook het bestaande structuurwijzigingsrecht van Boek 2 BW is meegenomen) en de rechtsvergelijking (Frankrijk, Duitsland en Engeland). Een streven naar optimale rechtsvormkeuzevrijheid staat voorop en vervult de rol van rode draad.

Het onderzoek mondt uit in 36 concrete aanbevelingen aan de wetgever. Bij alle personenvennootschappen wordt het onderscheid tussen beroep en bedrijf opgeheven. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen een stille en een openbare maatschap. De maatschap is in dit voorstel geen rechtssubject, de aansprakelijkheid van de vennoten van een maatschap volgt het commune aansprakelijkheidsrecht; het maatschapsvermogen vormt een afgescheiden vermogen. Aan het zijn van VOF of CV wordt een formeel constitutief vereiste gesteld. De VOF wordt rechtssubject; haar vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de VOF. Ook de CV wordt in dit voorstel rechtssubject; het beheersverbod wordt opgeheven. Verder wordt een maatschap met beperkte aansprakelijkheid (M-BA) ingevoerd. Deze is eveneens rechtssubject en kent voor de vennoten een full shield aansprakelijkheidsbeperking. De M-BA is fiscaal transparant. Toegelaten wordt dat een VOF, CV of M-BA waarvan de een-na-laatste vennoot is uitgetreden tijdelijk als eenpersoons personenvennootschap blijft voortbestaan. Tevens wordt naar Frans voorbeeld de rechtsvorm van een zelfstandige met beperkte aansprakelijkheid (ZBA) ingevoerd. De regels over omzetting, juridische fusie en juridische splitsing die momenteel in Boek 2 BW zijn opgenomen verhuizen naar een nieuw Boek 2A BW en worden uitgebreid naar de personenvennootschappen die rechtssubject zijn. Bij juridische fusie en splitsing wordt de schuldeisersverzetsperiode van één maand voorafgaand aan de transactie vervangen door een termijn van zes maanden na transactie. De mogelijkheid wordt geopend om een juridische fusie of splitsing aan te tasten met behulp van de actio pauliana. Bij juridische splitsing wordt aan de betrokken entiteiten een keuze gelaten tussen kruisaansprakelijkheid (art. 2:334t BW) dan wel schuldeisersverzetsprocedure. Een ontbonden personenvennootschap die nog in staat van vereffening verkeert en waarvan nog niet aan het handelsregister is opgegeven dat zij heeft opgehouden te bestaan, kan zonder rechterlijke tussenkomst worden herbonden.

, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,
L. Timmerman (Vino) , M.J. Kroeze (Maarten)
Wolters Kluwer Law & Business
hdl.handle.net/1765/99452
Uitgave vanwege het Instituut voor Ondernemingsrecht
Corporate and Financial Law

Stokkermans, C. (2017, June 2). Sleutels voor personenvennootschapsrecht (No. 102). Uitgave vanwege het Instituut voor Ondernemingsrecht. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/99452