In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog richtte de aandacht van de overheid zich op de wederopbouw van ons land. Ziekenhuisbouw was in die periode een afgeleide van de zorg voor die wederopbouw. Door de verbeterde toegankelijkheid, vooral onder invloed van het Ziekenfondsbesluit, nam de vraag naar gezondheidszorgvoorLieningen in die jaren geleidelijk toe. Er ontstond een spanning tussen deze toenemende vraag en het beperkte aanbod van voorzieningen. De bouwactiviteiten, inclusief de ziekenhuisbouw, waren in die periode ondenvorpen aan strikte overheidsregulering. De Wederopbouwwet van 1950 illustreett dat: bouwen en verbouwen, ook van gezondheidszorgvoorzieningen, waren verboden, tenzij daarvoor door de overheid toestemming was verleend. De overheid toonde in die jaren weinig belangstelling voor de gezondheidszorg. De kosten bleven binnen aanvaardbare grenzen, mede omdat er van spectaculaire medisch- technologische ontwikkelingen nog geen sprake was. Geleidelijk veranderde dat beeld. Door de toenemende economische groei enerzijds en de zich ontwikkelende medische-tecbnologie anderzijds werd het. mede onder invloed van een veranderend verzekeringsstelsel, mogelijk aan de toenemende vraag naar gezondheidszorgvoorzieningen te voldoen. Het aantal voorzieningen nam dan ook toe en ten gevolge daarvan stegen de kosten. Deze gang van zaken bleef niet onopgemerkt en de belangstelling van de zijde van de overheid voor de kosten(stijgingen) groeide. Meer en meer werd gestreefd naar beïnvloeding/beheersing van aanbod en prijs in de gezondheidszorg, teneinde op die manier de kosten binnen aanvaardbare grenzen te houden. Om dit doel te bereiken werd een overheidsinstromentarium ontwikkeld, steunend op een tweetal pijlers: tariefstelling en planning. Met het oog op de beïnvloeding van de prijsontwikkeling met behulp van tariefstelling zijn achtereenvolgens de Prijsopdrijvings- en Harnsterwet (1939). de Wet Ziekenhuistarieven (!NZT. 1965) en de Wet Tarieven Gezondheidszorg (WTG. 1982) van belang. De Wet Ziekenhuisvoorzieningen eyvzv 1971, in gewijzigde vonn van kracht met ingang van 1 september 1979) vormt de andere pijler en richt zich op de planning van het aanbod van ziekenhuisvoorzieningen.

, , , , ,
W.J. de Gooijer (Win) ,
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/23706
Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM)

Bijker, H. (1994, April 6). De doelmatigheid en effectiviteit van het spreidingsbeleid inzake de klinisch psychiatrische voorzieningen met behulp van de Wet Ziekenhuisvoorzieningen. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/23706