Aan de hand van primaire bronnen beschrijft Buys de ontwikkeling van de visie op de rede in de periode tussen 1280 en 1600 en hoe deze traditie een verklaring kan vormen voor de populariteit van het rationalisme in de zeventiende-eeuwse Republiek. Gedurende de late middeleeuwen en de vroege moderniteit ondergaat de visie op de rede belangrijke veranderingen. Ziet Jacob van Maerlant (ca. 1230-ca. 1300) de rede nog vooral als instrument om de emoties in het gareel te houden, latere auteurs als Jan van Boendale (1279-ca. 1350) en Dirc Potter (ca. 1370-1428) achten de rede ook een goed middel voor materiële voorspoed en maatschappelijk succes. Nog later, in de zestiende eeuw, ontstaat er zelfs een heus volkstalig rationalisme, waarin de rede, als het ‘voncxken des Godlijcken Lichts’, opgevat wordt als de weg tot ware kennis en morele volmaaktheid. Het idee was hier dat een goed gebruik van je rede leidt tot ware inzichten en vervolgens automatisch tot een juist leven. Buys beschrijft vervolgens hoe dit volkstalig rationalisme van de zestiende eeuw samenhangt met belangrijke ontwikkelingen in die tijd van opstand en religieuze hervorming. Hij zet het volkstalig rationalisme neer als een dynamisch mengsel van klassieke filosofie, volkstalig humanisme, verlicht christendom, intellectueel spiritualisme en pragmatische volksvroomheid. Dit gedachtengoed is terug te vinden bij toonaangevende schrijvers als Dirck Volckertsz Coornhert, de dichter Hendrik Laurensz Spiegel en de Haarlemse bontwerker en rederijker Louris Jansz. Hun traktaten, gedichten, prologen en toneelstukken hadden ook in de zeventiende eeuw nog aantoonbaar invloed. Zo heeft het volkstalig rationalisme in de Nederlanden bijgedragen aan een klimaat waarin de rationalistische filosofie van Descartes en Spinoza snel wortel kon schieten.

, , ,
L. van Bunge (Wiep)
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/16899
Erasmus School of Philosophy

Buys, R. (2009, October). De Kunst van het Weldenken: Lekenfilosofie en volkstalig rationalisme in de Nederlanden (1550-1600). Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/16899