Het recht van hoger beroep in de Wahv is door de wetgever beperkt tot twee gronden. Na invoering van deze gronden is vooral de hoogte van de appelgrens diverse keren onderwerp van uitleg en beoordeling geweest. In een recent arrest van het Hof Leeuwarden is een nieuw aspect in deze uitleg en beoordeling zichtbaar. Het gaat dan om de vraag in hoeverre deze appelgrens geldt voor het door de officier van justitie in te stellen hoger beroep. Voor een beter begrip van de betekenis van de appelgrens in Wahv-zaken wordt eerst ingegaan op de invoering van het recht van hoger beroep in de Wahv. Daarna worden de gronden voor hoger beroep besproken, met name die van de officier van justitie. Daaruit blijkt dat hoger beroep open staat indien er sprake is van een wettelijke hoger beroepsgronden en ook in het geval van een niet in de Wahv voorziene maar wel door het Hof Leeuwarden aanvaarde hoger beroepsgrond. Daarnaast maakt het Hof Leeuwarden onderscheid tussen de hoger beroepsmogelijkheden van de betrokkene en de officier van justitie. In aanvulling op de wettekst mag volgens het Hof Leeuwarden de officier van justitie ook hoger beroep instellen in gevallen waarin de bij inleidende beschikking opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70 bedroeg en er sprake is van een aantal in artikel 9 lid 2 Wahv genoemde beroepsgronden. Dit onderscheid en deze aanvulling spreken allerminst voor zich gezien de duidelijke begrenzing van hoger beroepsgronden door de wetgever.

,
hdl.handle.net/1765/21525
Jurisprudentie Wegenverkeersrecht
Erasmus School of Law

van der Hulst, J. (2010). De hoger beroepsgronden bij het Hof Leeuwarden, met name die van de officier van justitie. Jurisprudentie Wegenverkeersrecht, 1–9. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/21525